De vaak gehoorde stelling dat de deelname aan het verenigingsleven achteruitgaat blijkt niet uit de participatiegraden. Sinds 2004 blijft de algemene participatiegraad aan het verenigingsleven rond de 55%. Opmerkelijk is wel dat de participatie op peil blijft dankzij een stijgende scholarisatiegraad. Het zijn de hoogopgeleiden - die steevast meer participeren - die een dalende tendens in absolute cijfers compenseren.
Als we meer inzoomen zien we interessante verschuivingen. Zo zitten hobbyclubs, wijk- of buurtcomités, humanitaire verenigingen en doelgroepverenigingen in de lift. De deelname aan hobbyclubs stijgt met bijna 12%. Ze omvatten activiteiten als schaken, quizzen, koken, motorrijden e.d. Vrouwen- en seniorenverenigingen zitten dan weer in de hoek waar de klappen vallen. In totaliteit blijft deelname aan gemeenschapsvormende verenigingen (met 24,1%) wel stabiel, dus andere verenigingen compenseren die daling.
Ook deelname aan sportverenigingen (26.1%) en aan cultuurverenigingen (9,4%) blijft (relatief) stabiel. Deelname aan maatschappelijke bewegingen (11%) stijgt ten opzichte van 10 jaar geleden, maar zit nog onder het peil van 2004.
In de survey worden sociaal-culturele verenigingen onderverdeeld in drie ruime categorieën. Er zijn (1) de gemeenschapsvormende verenigingen die zich richten op groepen die gemeenschappelijke kenmerken vertonen, zoals persoonskenmerken (bv. geslacht, leeftijd), culturele of symbolische eigenschappen (bv. levensbeschouwing, culturele achtergrond, ideologie) of goederen (bv. ruimte, middelen). Ook religieuze en levensbeschouwelijke organisaties, vrouwenverenigingen, seniorenverenigingen, doelgroepverenigingen en jeugdorganisaties vallen hieronder. Daarnaast zijn er (2) de maatschappelijke bewegingen. Verenigingen waarin de bewegingsfunctie zeer centraal staat. Zij richten zich op maatschappelijke kwesties zoals mensenrechten, armoede, duurzaamheid, … die voorwerp zijn van het hedendaagse publiek en politiek debat en waarvoor deze organisaties zich duidelijk engageren. Hieronder vallen milieu- en natuurverenigingen, verenigingen die mensen met een handicap, in kansarmoede ... helpen en verenigingen die ijveren voor internationale vrede en ontwikkeling van de Derde Wereldlanden. Tot slot zijn er (3) de cultuurverenigingen. Organisaties die erop gericht zijn cultuur te creëren, te bewaren, te delen en er aan deel te nemen. Hiertoe rekent men de amateurkunstverenigingen, de cultuurfondsen, en de verenigingen voor erfgoed.