header handjes

Landschapstekening OP/TIL brengt bovenlokale cultuur in kaart

Dossier: Regionaal - (boven)lokaal

Monitoring. Landschapstekening. Bovenlokale ruimte... OP/TIL stoomde op verzoek van de Vlaamse overheid een lijvig overzicht klaar van wat in de schoot van het nieuwe decreet -bovenlokale cultuurwerking- ontstond en waar nog potentieel ligt.

OP/TIL maakte ‘een foto’ van de bovenlokale cultuurprojecten en IGS’en (intergemeentelijke samenwerkingsverbanden cultuur). Een momentopname dus, van 3 jaar bovenlokaal cultuurwerk. Wat zijn drijfveren om bovenlokaal te werken? Wat is goed en minder goed? Waar is nood aan extra ondersteuning? OP/TIL bracht het in kaart zodat overheid, ondersteuners en toekomstige indieners er iets uit kunnen leren.
Bovenlokale landschapstekening

Enkele vaststellingen

Drie werkjaren (2019-2022) leverden 567 projectsubsidie-aanvragen op waarbij sociaal-cultureel volwassenenwerk en amateurkunsten respectievelijk 36 en 37 keer een budget kregen toegewezen. De kunstensector en het lokaal cultuurbeleid waren koploper. De meeste indieners hebben een stevige basis als vzw met een reguliere werking. 3/4e heeft subsidiedossiers schrijven in de vingers, maar het percentage indieners dat nooit eerder middelen ontving van het Departement CJM gaat met de jaren in stijgende lijn. Opereer je vanuit Limburg of West-Vlaanderen? Dan is je slaagkans op subsidie het grootst. Uit bijna de helft van alle steden en gemeenten kwamen subsidieaanvragen binnen. De goedgekeurde dossiers concentreren zich vooral in grote of regionale steden, al spreiden hun activiteiten zich over een ruimer werkingsgebied, met een dekkingsgraad van 71%. Opvallend zijn de ‘blinde vlekken’, gemeenten waar geen enkele activiteit van een goedgekeurd cultuurproject plaatsvindt: het Antwerpse, de Kempen, het Noordoosten van Limburg, het Noorden van Gent, het Leuvense… Gemiddelde toelage? 76.837 euro, al doet 1 op 4 het met een bedrag tussen de 25.000 à 50.000 euro. Eigen inbreng, vaak via lokale overheden, maar ook sponsoring en giften is bij 7 op 10 aanwezig. Deze projecten genereren extra tewerkstelling. Wat motiveert bovenlokale actoren om samen te werken? Meer impact via partners, eigen expertise verder uitbouwen, samen inzetten op regionale uitdagingen en de financiële impuls an sich. Voor 27% is het bovenlokale project een opstapje om landelijk te gaan werken. 60% van de aanvragers wil het project nadien opnemen in de dagelijkse werking. 90% van de indieners heeft de ambitie om het project te verduurzamen en blijvende invloed te hebben op doelgroep, deelnemers of publiek. De nood aan financiële slagkracht om de eigen werking verder te ontwikkelen is dus groot. Andere noden zijn thematisch/inhoudelijk van aard, regiospecifiek of transversaal.

Samenwerken over beleidsdomeinen heen

Is bovenlokaal automatisch transversaal? Voor de grote meerderheid - 9 op 10 - is het een evidentie. Dit decreet moedigt aan om te werken met partners uit andere sectoren. Partners uit het sociaal-cultureel werk komen aan bod in een derde van de goedgekeurde dossiers. Amateurkunsten en SCW gaan zelf het liefst in zee met een partner uit het lokaal cultuurbeleid (vooral cultuur/vrijetijdsdiensten). Het delen van schaarse middelen of samen overgaan tot actie, zijn de meest gehoorde drijfveren. Algemeen genomen is het deeltijds kunstonderwijs de meest gevraagde partner en ook de welzijns- en zorgsector zijn graag geziene partners. Geen enkele cultuursector werkt samen met de sportsector. 1 op 5 projecten richt zich op specifieke doelgroepen met minder participatiekansen; de helft richt zich tot het brede publiek. Vormingen, workshops en labo’s zijn frequente praktijken. Talentontwikkeling/coaching is goed voor 23% van de goedgekeurde aanvragen.
Ongeacht de sector, zetten actoren het vaakst in op de participatie- en leerfunctie. Sociaal-cultureel volwassenwerk scoort daarin nog iets hoger dan gemiddeld. De combo experimenteren + innoveren wordt ook vaak gekozen door hen.
Landschapstekening

Lessen richting toekomst

De slaagkansen voor sociaal-cultureel werk (23%) en amateurkunsten (21%) liggen lager dan het gemiddelde (29%). Obstakels als: te ver af van gewone werking, te complex voor vrijwilligers, niet toegankelijk voor etnisch-culturele verenigingen, te intensief om erbij te nemen, geen ervaring met dossiers schrijven … verklaren veel. Ook het geworstel met ‘wat is bovenlokaal?’ schrikt af. Communicatie en ondersteuning blijft een must. Kijkt OP/TIL naar het groeipotentieel dan stippen ze zeker kleine en nieuwsoortige verenigingen aan. De nieuwe subsidielijn kleinschalige bovenlokale cultuurprojecten biedt daar kansen.

Iets over 'IGS’en cultuur'

Er zijn momenteel met 19 'intergemeeentelijke samenwerkingsverbanden cultuur' (IGS'en cultuur)en omvatten 148 van de 300 Vlaamse gemeenten. Enkele pijnpunten in de huidige werking zijn: personeelsperikelen, soms onvoldoende draagvlak vanuit de lokale politiek, de kunstmatige regierol en onvoldoende afstemming met het erfgoeddecreet. De regiovorming doorkruist hier en daar bestaande dynamieken. Daartegenover staan een 13-tal goede redenen om wél in een IGS cultuur te geloven. Ook hier wijst OP/TIL op verder potentieel en voorwaarden om hier een succes van te maken. Een interessant hoofdstuk in het rapport, ook voor lezers vanuit sociaal-culturele en amateurkunstenorganisaties zijn de gedefinieerde ‘Maatschappelijke uitdagingen’ in de bovenlokale culturele ruimte. Zonder in detail te kunnen treden, lijsten we even op: het nieuwe cultuurpubliek, de doeners, de digitale revolutie, ontmoeten in de regio en een duurzame cultuursector. Lees er vooral zelf over verder! (p. 57-70).

Bouwstenen die de bovenlokale ruimte positief beïnvloeden

OP/TIL formuleert tot slot een resem aanbevelingen. De gemarkeerde aanbevelingen wil De Federatie alvast mee versterken.
  • Versterk en ondersteun wat lokaal leeft
  • Stimuleer bovenlokale samenwerking door lokale besturen te versterken
  • Stimuleer de regierol van centrumsteden
  • Honoreer regionaal maatwerk
  • Stimuleer transversaliteit door een afgestemd regelgevend kader
  • Bied een helder kader voor het bepalen van de juiste schaalgrootte van de regio
  • Maak gebruik van de al aanwezige regionale dynamiek
  • Zet de meerwaarde van intergemeentelijk samenwerken in de kijker
  • Maak de meerwaarde van intergemeentelijk samenwerken meetbaar
  • Maak de meerwaarde van intergemeentelijk samenwerken zichtbaar in datasets
  • Voorzie een transparant financieringsmodel
  • Versterk en vertrouw de bovenlokale bestuurskracht
  • Blijf inzetten op de subsidielijn bovenlokale cultuurprojecten
  • Voorzie mogelijkheden voor structurele bovenlokale werkingen
  • Boor het potentieel nog meer aan door de drempel te verlagen
  • De bovenlokale culturele ruimte blijft in beweging
  • Zorg voor afstemming tussen de verschillende decreten binnen het beleidsdomein cultuur
  • Voorzie voldoende middelen voor bovenlokaal samenwerken
  • Stimuleer de wisselwerking tussen bovenlokale cultuurprojecten en IGS’en

Download hier de Landschapstekening bovenlokaal cultuurwerk van OP/TIL.

De bovenlokale ruimte is en blijft een moeilijk te vatten begrip.
Jan Jambon, Minister van Cultuur in voorwoord publicatie
Elke Verhaeghe Neem contact op met Elke