Minister Vandenbroucke zoekt een oplossing voor het verenigingswerk
maandag 30 november 2020
Dossier: Zakelijk en financieel
De huidige wetgeving rond het verenigingswerk werd in het voorjaar 2020 door het Grondwettelijk Hof vernietigd. Een uitdoofscenario werd voorzien tot eind 2020. In de zomer diende Open Vld een wetsvoorstel in voor een aangepast kader voor het verenigingswerk. Na negatieve adviezen van de raad van state en de nationale arbeidsraad is er echter - een maand voor de deadline - nog geen oplossing in zicht. CD&V-Kamerlid Nahima Lanjri uitte afgelopen week haar bezorgdheid in de Kamer hierover.
Onbelast bijverdienen
In 2018 werd de wet op het onbelast bijverdienen - de fameuze ‘bijkluswet’ - goedgekeurd. De wet bood aan iedereen die (minstens 4/5e) werkt of gepensioneerd is de mogelijkheid om onbelast bij te klussen. Een statuut dat vooral in de sportsector, maar ook in amateurkunstenorganisaties en sociaal-culturele organisaties gebruikt werd. Uit verschillende hoeken kwam er al snel kritiek op deze regeling. Dit leidde in het voorjaar 2020 tot een vernietiging door het Grondwettelijk Hof. Het Hof was van oordeel dat de regeling de toets met de beginselen van gelijkheid en non-discriminatie niet doorstaat. Verschillende meerderheidspartijen gaven het signaal dat ze naar een oplossing zouden zoeken.
Wetsvoorstel Open Vld
Begin juli 2020 kwam het bericht dat Open Vld - Kamerleden Tania De Jonge en Egbert Lachaert een wetsvoorstel hadden ingediend waarin ze, in tegenstelling tot de vernietigde wet rond het onbelast bijverdienen, enkel focussen op het verenigingswerk. Ze gaven ook aan dat ze voor dit wetsvoorstel rekening hielden met de verzuchtingen van het Grondwettelijk Hof. Dit volstond echter niet voor de Raad van State en de Nationale Arbeidsraad. Beide instanties brachten recent een negatief advies uit. Een maand voor het vervallen van de huidige regeling is er dus nog geen zicht op een alternatief kader voor het verenigingswerk.
Alternatieve pistes komen in beeld
In de plenaire vergadering van de Kamer pleitte Nahima Lanjri, Kamerlid voor CD&V, vorige week voor een duurzame oplossing voor dit probleem, op maat van sectoren. Zo gaf ze aan dat een aangepaste 25-dagen regeling (artikel 17 van het koninklijk besluit van november 1969) een mogelijke alternatieve piste zou kunnen zijn. Een piste die evenwel nog wat dient bijgeschaafd te worden. Zo suggereerde mevrouw Lanjri een omzetting van 'dagen' naar 'uren' en kaartte ze de administratieve overlast aan die deze regeling momenteel met zich meebrengt.
Mevrouw Lanjri benadrukte in haar antwoord nogmaals het onderscheid tussen onbezoldigd vrijwilligerswerk en verenigingswerk. De kostenvergoedingen in het kader van vrijwilligerswerk, waarbij het gaat over een terugbetaling van gemaakte onkosten, zijn een wezenlijk verschil met de prestatievergoedingen in het verenigingswerk. Het lijkt ons niet meer dan evident dat zowel de nieuwe duurzame regeling als de tijdelijke noodoplossing buiten het kader van de vrijwilligerswet gezocht wordt.
Om tot een duurzame regeling te komen is er overleg met de betrokken sectoren nodig om zo de oplossingspistes beter af te stemmen op de realiteit. Het stemt ons dan ook tevreden dat de minister aangeeft dat overleg met de sector belangrijk is. Want -naast de sportsector- is er ook voor de amateurkunstensector en het sociaal-cultureel volwassenenwerk een werkbare oplossing nodig.