Nieuw uitvoeringsbesluit bij Brusselse verordening sociaal-cultureel werk goedgekeurd
maandag 19 december 2022
Dossier: Brussel
Het sociaal-cultureel werk in Brussel is actief in alle uithoeken van het Brussels gewest. Meer dan 500 lokale afdelingen zetten zich dag in dag uit in voor Brussel. De verordening die dit rijke en diverse sociaal-culturele veld omkadert, werd de afgelopen maanden geëvalueerd. De voorbije adviesronde sterkte ons namelijk in de overtuiging dat de visitatie- en beoordelingsprocedure bijgestuurd diende te worden. Na een uitgebreid traject met de sector heeft het college van de VGC eind november 2022 het nieuwe uitvoeringsbesluit bij de verordening goedgekeurd. In het aangepaste besluit heeft de VGC getracht maximaal rekening te houden met de aandachtspunten van de sector.
De fundamenten worden niet in vraag gesteld
De verordening regelt de erkenning en subsidiëring van het Brussels sociaal-cultureel werk. Onder meer het Brussels Ouderenplatform, Davidsfonds, Avansa Citizenne en meer dan 500 lokale groepen worden in dit kader gesubsidieerd. Naast structurele werkingssubsidies voorziet de verordening ook de subsidiëring van lokaal sociaal-cultureel werk en een projectlijn. De voorbije adviesronde van de 24 regionale en bijzondere sociaal-culturele verenigingen toonde echter aan dat een aantal procedures bijgestuurd dienden te worden. De afgelopen maanden ging de VGC daarop in overleg met de sector. De verordening en de fundamentele principes werden hierbij niet in vraag gesteld. Wel een aantal elementen uit het uitvoeringsbesluit.
De voornaamste wijzigingen
De belangrijke rol die de administratie van de VGC speelt in contact met het sociaal-cultureel werkveld wordt door de aanpassingen aan het uitvoeringsbesluit herbevestigd. Zo zal de administratie een grotere rol spelen in de jaarlijkse opvolging van het regionaal en bijzonder sociaal-cultureel werk. Het lokaal sociaal-cultureel werk zal bij een eerste aanvraag in gesprek gaan met de administratie.
Er is ook rekening gehouden met de evoluties bij een aantal organisaties in het ondersteunen en begeleiden van lokale groepen. In het verleden was het overkoepelen van 12 erkende en gesubsidieerde lokale verenigingen een voorwaarde om in aanmerking te komen voor een regionale erkenning. In het aangepaste besluit zou dit ook kunnen gaan om thematische of bovenlokale verenigingen. Een regionale vereniging dient in de toekomst een bovenlokale relevantie aan te tonen op het vlak van het begeleiden en ondersteunen van groepen.
Er is gesleuteld aan de manier waarop subsidies toegekend worden. De criteria en de procedure voor sociaal-culturele projecten is geoptimaliseerd. De subsidievorken voor het lokaal sociaal-cultureel werk zijn meer gedifferentieerd waardoor deze nauwer aansluiten bij de werking van deze organisaties. Voor regionale en bijzondere verenigingen is de impact van een subsidie-advies gemilderd. Zo is de maximale stijging of daling van de subsidie-enveloppe begrensd tot 25% ten opzichte van 50% in het huidige kader. Organisaties met een subsidie-enveloppe kleiner of gelijk aan 25.000 euro kunnen wel versneld stijgen.
Tenslotte is ook de beleidsplanning van de bijzondere verenigingen uitgeschreven in een draaiboek in overleg met de betrokken verenigingen. Zo zijn de wederzijdse verwachtingen ten aanzien van een beleidsplan duidelijk.
Tenslotte is ook de beleidsplanning van de bijzondere verenigingen uitgeschreven in een draaiboek in overleg met de betrokken verenigingen. Zo zijn de wederzijdse verwachtingen ten aanzien van een beleidsplan duidelijk.
De nieuwe regelgeving gaat op 1 januari 2023 van kracht, uitgezonderd de indientermijnen voor sociaal-culturele projecten die pas op 1 april 2023 ingaan.