I love it when a plan comes together
dinsdag 25 augustus 2020
Op 14 juli 2020 presenteerden het economisch en maatschappelijke relancecomité hun rapporten aan de Vlaamse Regering. Door politieke turbulenties kreeg dit toen weinig weerklank in de media. We werpen een blik op beide werkstukken die de basis moeten vormen voor het relanceplan dat de Vlaamse Regering tijdens de Septemberverklaring (28 september) zal voorstellen.
Stevige plannen
Het economisch relancecomité (ERC) bestond uit 11 leden en 5 vertegenwoordigers van Vlaamse ministers. Het maatschappelijk relancecomité (MRC) uit 18 leden en 9 ministeriële vertegenwoordigers. Het rapport van het ERC telt 59 pagina's en 11 aanbevelingen; dat van het MRC 123 pagina's en 35 aanbevelingen. Beiden legden een kortdurend maar intensief proces af, de ene begeleid door EY consulting, de andere door Idea Consult. Op de vooravond van de publicatie van de rapporten bracht De Federatie Wouter De Geest (Voorzitter Voka en lid van ERC) en Alexandra Smarandescu (voorzitter Vlaamse Jeugdraad en lid van MRC) samen rond de tafel. De neerslag van het gesprek lees je in Wascabi 2020.
Maar terug naar de plannen. De Vlaamse Regering richtte op 30 april het ERC op en op 16 mei het MRC. Hun plannen kregen afzonderlijk vorm. maar beide benadrukken dat ze samen moeten gelezen worden. Er zijn ook heel wat raakvlakken qua topics, waarbij ze weliswaar vaker andere accenten leggen.
Zo pleiten ze allebei voor een sterker wetenschappelijk onderbouwd beleid. Het maandenlang noodgedwongen steunen op virologen zal daar niet vreemd aan zijn. Ook digitalisering is speerpunt. Zorg en welzijn uiteraard ook, waarbij opvalt dat dit heel wat breder bekeken wordt door het MRC. Ook voor 'levenslang leren' is er in beide rapporten veel aandacht, veelal gefocust op de arbeidsmarkt, een ander thema waar veel aandacht naartoe gaat. Inclusief denken is een speerpunt en natuurlijk ontbreekt ook 'de overheid' niet. Die moet dringend 'innoveren' richting meer wendbaarheid en zowel systeemdenker als netwerkspeler worden. Vooral het lokale niveau wordt in beide rapporten op het schild gehesen.
It's the economy stupid
"Vlaanderen: welvarender, weerbaarder en wervender", dat is de vlot allitererende titel van het plan van het economisch adviescomité. Het (relatief) kort en krachtige document leest als een cursus - wel ja - economie, inclusief de intussen al bekende buzzwords. Groei! Werkzaamheidsgraad! Performantie! Begroting in evenwicht! Aansluiting bij de Europese top! Transformatie en innovatie! Maar er is ook veel aandacht voor duurzaamheid en ook inclusie en zorg(economie) wordt belicht.
Zo wordt gepleit voor een inclusiviteitstoets. Daar krijgt ook vrijwilligerswerk een vermelding, zij het als springplank naar werk. Bij het dynamiseren van de arbeidsmarkt pleit men voor de invoering van de Gemeenschapsdienst die in het Vlaams Regeerakkoord gepland is. Ook levenslang leren wordt vermeld omwille van meer flexibiliteit en de competenties leren die de arbeidsmarkt op dat moment vraagt. Opvallend is dat verenigingen of vormingsinstellingen niet genoemd worden bij de vele partners die een strategie rond levenslang leren moeten waarmaken. Structuren blijken de absolute tegenpool van een performante overheid, want een vuistregel van de Vlaamse overheid zou volgens het economisch relancecomité moeten zijn dat "voor elke bijkomende structuur er twee geschrapt moeten worden".
Los van enkele ambities rond digitale inclusie lijkt dit plan een relatief eng-economische kijk op wat de relance moet zijn. Dat was natuurlijk ook hun opdracht én het moet samen bekeken worden met de aanbevelingen van het maatschappelijk relancecomité.
Open open open moet het zijn!
Het maatschappelijk relancecomité (MRC) hanteert een interessante indeling in zijn rapport. Voor 5 specifieke sectoren - waaronder ook cultuur - geven ze aanbevelingen. Daarnaast geven ze ook overkoepelende aanbevelingen. In totaal gaat het over 35 hoofdaanbevelingen die ze faseren in de tijd. 19 ervan zijn het meest acuut en richten zich op 'herstel'. 11 ervan moet tot 'verbetering' leiden en de resterende 5 zijn specifieke aandachtspunten voor als er een volgende uitbraak zou komen. Van elke hoofdaanbeveling is een fiche gemaakt met wat er moet gebeuren, op welke manier en waarom. De fiches bevatten dan ook nog meer gedetailleerde acties.
Ook titel en beeld vallen op: "We zijn open". Het MRC geeft een woordje uitleg: "Dit slaat niet enkel op de aanbeveling om voortaan standaard diensten open te houden, maar het wijst ook op een samenleving waar men meer uitreikt naar de anderen, die inclusief is, die samenwerking bevordert, die onnodige regels laat vallen, en die open staat voor het innovatieve en het creatieve. Het beeld illustreert ook de vraag naar ‘ontkokering’: het wegnemen van de silo’s tussen de sectoren. Onderwijs, zorg- en welzijn, huisvesting, sociale diensten, arbeid, de leefomgeving, mobiliteit, … het zijn allemaal factoren die onze kwaliteit van leven beïnvloeden, en heel vaak zijn ze met elkaar verweven. Kwaliteit van leven zit in elk beleidsdomein. Een betere samenwerking tussen alle sectoren (‘intersectorale samenwerking’) is daarom essentieel. Het beleid kan daarin het goede voorbeeld geven. De coronacrisis heeft niet alleen onze samenleving dooreengeschud, ze heeft ons ook wakker geschud. Deze aanbevelingen gaan daarom verder dan enkel de draad weer opnemen. Ze geven een aanzet tot het verbeteren van onze samenleving in het belang van alle mensen van elke leeftijd, gender en achtergrond".
Ze pareren meteen ook de vraag van één miljoen "wie zal dat betalen? "Sommige van de aanbevelingen vragen een verschuiving in budgetten of verhogen de efficiëntie, waardoor geen extra geld nodig is. Andere aanbevelingen vragen wel extra investeringen die zich weliswaar kunnen terugverdienen. Het is belangrijk om de opbrengsten van die investeringen in te schatten en in kaart te brengen. De aanbevelingen van het MRC zijn gericht op een betere kwaliteit van leven van de mensen."
En dan wijst het MRC fijntjes op de wisselwerking tussen 'kers' en 'taart': "Vaak wordt gesteld – en terecht – dat meer welvaart kan zorgen voor meer welzijn. Maar het omgekeerde geldt ook: meer investeren in welzijn zorgt voor een samenleving met meer creatieve, betrokken en bevlogen mensen, voor minder geweld, uitsluiting of ongelijkheid, en op die manier … voor meer welvaart. De finale vraag is niet wanneer we van deze pandemie verlost zullen zijn maar wat we hieruit geleerd zullen hebben".
Ze eindigen hun rapport met de inspirerende retorische vraag "Wat als we de daadkracht rond COVID-19 ook zouden kunnen etaleren bij andere samenlevingsproblemen?"
Cultuur: sector van belang!
Het MRC stelt dat corona de twee gezichten van cultuur liet zien. Enerzijds een quasi volledige sluiting van cultuur-, sport- en andere vrijetijdsinfrastructuren; anderzijds werd een bijzondere creativiteit en veerkracht getoond met nieuwe praktijken als resultaat.
Op de kortere termijn - de zogenaamde 'herstelperiode' - legt het MRC de nadruk op het ondersteunen van lokale initiatieven die mensen in staat stellen om op een veilige manier te genieten van vrije tijd. Met daarbij extra aandacht voor kwetsbare doelgroepen. Want de impact van het stopzetten van quasi alle vrijetijdsactiviteiten was enorm in Vlaanderen, temeer omdat maar liefst een grote helft van de Vlamingen actief lid is van een vereniging.
Zo pleiten ze voor het zoveel mogelijk openhouden van alle vrijetijdsinfrastructuur (cultuurcentra, bibliotheken, sportterreinen, ... ). Ze roepen de Vlaamse overheid op om lokale besturen te ondersteunen als 'waarborgers' van lokale cultuur en hen de regierol te geven. Die aanbevelingen - onrechtstreeks dus ook voor de lokale besturen bedoeld - liggen sterk in de lijn van wat De Federatie ook al enkele keren naar voor bracht, bijvoorbeeld in dit en dit artikel. Duidelijke informatie; verenigingen promoten als bron van verbondenheid; maximaal openstellen van (tijdelijke) infrastructuur e.d. Daarnaast houdt het MRC een "pleidooi voor een versterkte samenwerking lokaal-bovenlokaal (koepels en steunpunten) om een toekomstgerichte werking te ontwikkelen in het licht van belangrijke evoluties als superdiversiteit, digitalisering, ecologie, enzovoort."
Het MRC roept op om "de heropstart van de cultuursectoren te ondersteunen, maar ze ook institutioneel en toekomstgericht te versterken om hun levensvatbaarheid te vergroten". Ze vragen om voor een aantal deelsectoren die nog langere tijd niet volop zullen functioneren, het verlieslatend aanbod te cofinancieren. Ze pleiten - ook in lijn met De Federatie - voor maximale soepelheid bij administratieve procedures, deadlines, subsidievoorwaarden, het percentage eigen inkomsten bij werkingssubsidies, bezoekersaantallen, projectafrekeningen enz.
Het mag duidelijk zijn dat het MRC vrijetijdsactiviteiten als een belangrijke hefboom ziet om sociaal contact te hebben, te ontspannen, te ontplooien enz. En dat ze het sociaal-culturele verenigingsleven als een (f)actor van formaat ziet in de maatschappelijke relance. De Federatie had daar eerder ook toe opgeroepen.
Naar een transformatie van de cultuursector
Ook bij de 'verbetersuggesties'- op iets langere termijn - komt de cultuursector aan bod. Zo stelt het MRC het volgende: "Erken en waardeer de maatschappelijke waarde van het verenigingsleven en de talrijke burgerinitiatieven op lokaal niveau, alsook de bovenlokale organisaties die deze initiatieven inspireren en ondersteunen. Ontwikkel stimulansen die hen in staat stellen om zelf te transformeren in het licht van belangrijke maatschappelijke ontwikkelingen (demografisch, sociaal, ecologisch, technologisch, cultureel). Erken, betrek en ondersteun verenigingen en organisaties op lokaal, regionaal en Vlaams niveau. De ondersteuning mag zich niet beperken tot projecten, maar moet een duurzame werking mogelijk maken en perspectief bieden in de tijd. In de financiering moet ook aandacht zijn voor randvoorwaarden die tijdens de coronacrisis scherp werden gesteld op vlak van infrastructuur, veiligheid en toegankelijkheid. Creëer financiële ruimte voor de instroom van nieuwe organisaties in het vrijetijds- en verenigingslandschap (cfr. de jeugdwerksector in 2021, cultuursector, …). Bouw aan een cultuur van samenwerking: werk onnodige drempels weg voor samenwerking, zoals vakjesdenken en vakjessubsidiëring."
Voorts roept het MRC op tot een versterkte samenwerking tussen het lokale niveau, het middenveld en de ‘bovenbouw’. Er moet ook ruimte zijn voor vernieuwing - ook op vlak van verdienmodellen, een 'transitiefonds' voor digitalisering en werken met kwetsbare doelgroepen. Dat laatste uit zich onder andere in veel aandacht voor mediawijsheid en e-inclusie, waartoe men de opbouw van een nulde- en eerstelijnsnetwerk voorstelt. Tot slot is er de vraag om het belang van het levensbreed leren, de niet-formele educatie en informeel leren voor volwassenen te waarderen door te investeren in het sociaal-cultureel volwassenenwerk.
Bij een tweede golf: MATHS !
Bij een tweede of volgende golven pleit het MRC voor het sowieso open houden van alle maatschappelijke diensten. Dit willen ze realiseren door MATHS in te voeren: Maskers, Afstand respecteren, Testen en tracen, Handhygiëne en Sociale verantwoordelijkheid.
Specifiek voor cultuursectoren vraagt men om nu al afspraken te maken met de betrokken sectoren om heldere en consistente richtlijnen uit te werken over welke vrijetijdsinfrastructuur dan al dan niet gesloten dienen te worden. De 'gradaties van veiligheid' waarnaar het MRC verwijst, sluiten aan bij de kleurcodes waaraan men nu zal werken.
De Federatie is blij dat de maatschappelijke relevantie van het sociaal-cultureel werk en amateurkunsten sterk gepromoot wordt in het rapport van het maatschappelijke relancecomité. We zijn alvast zeer benieuwd welke aspecten terugkeren in de Septemberverklaring, de begrotingsopmaak 2021 en de meerjarenraming.
De rapporten, inclusief samenvattingen en presentaties, kan je hier lezen.