Worstelen tussen coronasteun en relance
maandag 26 oktober 2020
Vrijdagavond dook ook de cultuurbarometer in het rood. Het virus zet een dikke streep onder de geleidelijk en gedisciplineerd aanzwellende heropstart van het sociaal-cultureel en amateurkunstenleven. Dit vraagt om nieuwe crisismaatregelen, lokaal en Vlaams. Tegelijk blijft elk sprankeltje perspectief goed om volop de relance uit te bouwen. De debatten zijn open. Nieuwe beslissingen dringen zich op.
Een dam tegen isolement
Code rood (of alarmfase 4) betekende eind vorige week voor cultuurminister Jambon niet dat alles op slot moet. Ook onze sectoren konden sinds vrijdagavond nog beperkt aan de slag. Dat vinden we, zelfs bij een volgende verstrenging, heel belangrijk, want we moeten - hoe klein ook- ruimte blijven krijgen om een golf van totaal isolement en een leeg gevoel bij vele mensen af te weren. Dat is onze verdomde maatschappelijke plicht. Het is goed dat de regering uit de eerste lockdown lessen trok en deze rol bevestigde.Gros van de activiteiten on hold
Maar we moeten elkaar ook niets wijsmaken: zelfs de rode maatregelen van vrijdag maakten dat zowat elke activiteit met iets wat je een noemenswaardige groep kan noemen on hold moest. In Brussel geldt intussen het verbod nog strikter: daar is alle sociaal-cultureel werk niet toegelaten. De Vlaamse regering komt vanavond, dinsdag, opnieuw samen. Het mag duidelijk zijn: de komende periode zal ook in onze sectoren de veerkracht nog maar eens tot op het bot op de proef worden gesteld.Lokale levensader opgedroogd
De directe en indirecte economische effecten zijn opnieuw aanzienlijk. Alleen al lokaal dreigt een slordige 24.000 lokale groepen alles bij elkaar een jaar of langer aan te kijken tegen opgedroogde inkomstenstromen: ticketverkoop, sponsoring, horecaverkoop, eet- en andere festijnen,...: hun levensader staat al geruime tijd op 0. Dit heeft ook grote effecten op het economische leven: de horeca, de voedingsverkoop, de toeristische sector, accommodaties, autobusbedrijven,... En al die directe en indirecte economische opdoffers opgeteld, leveren een som op die zichtbaar vreet aan het nationaal BBP. Gelukkig was er het eerste noodfonds dat via gemeentebesturen het lokale verenigingsleven moest ondersteunen. De verdeling ervan is zeker niet overal even slim gebeurd, maar overheidssteun was en is voor veel van deze verenigingen toch nog het enige doekje tegen het bloeden. De Vlaamse overheid moet nu aan een tweede partnerschap met het lokale verenigingsleven te werken. Want onze 24.000 sociaal-culturele en amateurkunstengroepen zijn een factor van betekenis in de lokale maatschappelijke én economische heropflakkeringen. Neen, het lokaal noodfonds 2.0 mag niet meer blind strooien met middelen, maar Vlaanderen kan zich de volgende maanden zeker opstellen als een betrokken en actieve cofinancierder van een forse doorstart van het lokale leven.Ondernemingsmodel davert
Onze lidorganisaties dan: zij worden bijna allemaal structureel gesubsidieerd vanuit een decreet. Deze middelen werden al vanaf april gegarandeerd, wat een goede eerste reflex was. Maar ook in onze sector maakt deze structurele decreetsubsidie gemiddeld slechts een kwart uit van de totale inkomsten. Bewegingen halen in normale tijden gemiddeld ruim 40 procent van hun middelen rechtstreeks uit "de markt", voor verenigingen geldt dit voor ruim de helft en bij landelijke vormingsinstellingen zelfs voor twee derde van hun totale inkomsten. We hoeven er geen tekening bij te maken: Covid hakt steeds feller in op de inkomsten uit deze markt: 68 % van de verenigingen zien de inkomsten uit lidgelden achteruit gaan, voor alle instellingen en bewegingen dalen de inkomsten uit activiteiten. Sponsoring en giften geven een gevarieerder beeld, zo blijkt uit onze bevraging van vorige week. 38 % van de organisaties die giften ontvangen, zien een duidelijke daling, terwijl 22 procent over een stijging spreekt. En dus: is het voor zowat iedereen de tering naar de nering zetten: kosten drukken, werktijd verminderen (tijdelijke werkloosheid, afvloeiingen,...), investeringen uitstellen, reserves aanboren... De moeilijke en dikwijls pijnlijke oefeningen zijn niet anders dan bij heel wat andere ondernemingen. We blijven het dan ook een gemiste kans vinden dat sommige economische ondersteuningsmaatregelen (bijvoorbeeld via Vlaio) enkel voor het bedrijfsleven bestemd zijn. Nog meer afstemming dringt zich op. Nog twee fiscale maatregelen, op maat van onze sectoren? Het blijkt uit onze bevraging: inkomsten uit lidgelden gaan achteruit en giften kunnen zeker ook extra worden aangewakkerd. Waarom, desnoods tijdelijk, lidgeld niet fiscaal vrijstellen? En waarom, desnoods tijdelijk, de erkende cultuurorganisaties niet automatisch erkennen voor het fiscaal aftrekbaar maken van giften? Dan kan meteen ook de tijdelijke verhoogde belastingaftrek van 60 procent met een jaar worden verlengd tot eind '21. Dit zijn snelle, eenvoudige maatregelen die mee een boost aan de solidariteit kunnen geven.Liquiditeiten veilig(er) stellen
We roepen de Vlaamse regering op om opnieuw een set van maatregelen te nemen om ons te helpen de volgende crisismaanden met zo min mogelijk kleerscheuren te doorspartelen: het gaat over het verlengen of aanscherpen van maatregelen om de liquiditeiten veilig te stellen. Hier behoren garanties, kredietregelingen-op-maat, afbetalingsplannen RSZ/fiscaliteit, vouchers toe, maar evengoed een scenario waarbij begin volgend jaar meteen alle voorschotten op de structurele subsidie worden gestort, in plaats van deze te spreiden over het jaar.
De kosten zodanig drukken dat dit zo min mogelijk een blijvend effect heeft binnen de organisatie, blijft tegelijk een belangrijke rode draad. Het is knap dat in vele van onze organisaties de onderlinge solidariteit bij medewerkers en voor freelancers om dit mogelijk te helpen maken, zeer groot is. Maar het verlengen van de maatregelen rond corona-ouderschapsverlof, tijdelijke werkloosheid en overbruggingsmaatregelen voor freelancers zullen hun werk ook moeten kunnen blijven doen.
Van crisis naar relance en terug
Toegegeven, we dachten ook dat crisismaatregelen geleidelijk zouden kunnen overgaan in relancemaatregelen. Vandaag weten we dat beide lijnen nog geruime tijd door elkaar zullen lopen. Met Vlaamse Veerkracht lanceerde de Vlaamse regering in september een eerste relanceplan. Minister Jambon communiceerde vorige week over de inzet van middelen voor cultuur en een dag later kwam de Cultuurcommissie van het Vlaams Parlement bij elkaar om het met enkele actoren uit het werkveld te hebben over de relance. De parlementsleden kozen er vreemd genoeg voor om tijdens deze hoorzitting de focus enkel te leggen op de evenementen- en kunstensector. De andere luiken van cultuurbeleid (erfgoed, sociaal-cultureel werk, circus, amateurkunsten, bibliotheken en cultuurcentra,...) werden daardoor minder belicht. Gelukkig bracht Annick Schramme, algemeen voorzitter van de SARC, het perspectief van deze sectoren expliciet mee binnen in het gesprek. Ook Lien Verwaeren, directeur van OP/TIL, vroeg aandacht voor het lokale cultuurleven. Enkele andere sprekers raakten eveneens het maatschappelijk en economisch belang van de veel bredere cultuursector aan. Tijdens deze hoorzitting braken verscheidene sprekers een lans voor een crisisbeleid dat meer op maat is van de diverse noden bij de diverse gesubsidieerde en niet-gesubsidieerde cultuurspelers. Een meer geïntegreerde aanpak om in te spelen op de crisis en de relance zou ertoe moeten kunnen leiden dat het instrumentarium van kredieten en subsidies gerichter kan worden ingezet en organisaties bijgevolg de door- en heropstart op hun maat ondersteund weten.Maatschappelijke verantwoordelijkheid ondersteunen
Covid zal ons de volgende maanden nog laten schakelen en terugschakelen in het bijeenbrengen van mensen. Onze organisaties vinden het hun verantwoordelijkheid om via georganiseerde, zo veilig mogelijke, samenkomsten mee een antwoord te zijn op de grotere beperkingen van het "niet-georganiseerd" samenkomen. We willen het psychologisch onbehagen en het isolement mee helpen bestrijden, online als het moet, offline als het kan. We willen samen met overheden én bedrijven nagaan hoe bestaande infrastructuur veel beter kan worden ingezet om de volgende maanden groepen mensen veilig te kunnen laten samenkomen. Het zal cruciaal zijn om de nog lange periode te overbruggen.De afgelopen maanden werkten organisaties zich uit de naad om op heel verschillende manieren in verbinding te blijven. Zo stroomde informatie-op-maat door, konden succesverhalen gedeeld en kwetsbare mensen bereikt worden. Dikwijls waren onze organisaties de voornaamste ankerpunten voor heel wat mensen. Draaiboeken, risicoanalyses, CERMs,... weerhouden vele tienduizenden mensen niet om er te staan. Andere vrijwilligers vinden de berg dan weer te hoog. We vragen expliciet waardering én steun, zodat professionals tijd en ruimte blijven vinden om intensief mee te zoeken, organiseren en motiveren.