44% van de Vlaamse bevolking - of meer dan 2 miljoen Vlamingen ouder dan 14 jaar - doet aan amateurkunsten: muziek, zang, theater, dans, beeldende kunst, schrijven, film, fotografie… soms zelfs een combinatie van één of meerdere kunstdisciplines. Dat is straf.
Het Amateurkunstendecreet erkent negen landelijke amateurkunstenorganisaties die de meer dan 10.000 groepen en de meer dan 2 miljoen individuele kunstenaars ondersteunen. Zo is er BREEDBEELD voor foto, film en multimedia, Creatief Schrijven, Danspunt, Koor&Stem voor koren en vocale muziek, KUNSTWERKT voor beeldende kunst, Muziekmozaïek voor folk en jazz, OPENDOEK voor theater, VI.BE voor niet-klassieke muziek en VLAMO voor instrumentale muziek. Voeling houden met de basis en achterban is cruciaal voor een betekenisvolle werking en ondersteuning van de amateurkunstenorganisaties. Naast focus op actieve kunstbeoefening streven heel wat amateurkunstenorganisaties naar een brede cultuurparticipatie door een groot publiek aan te spreken met toeleidingen en initiaties. Maar ook zetten zij in op talentontwikkeling en het aanbieden van kansen voor wie artistieke ambitie koestert. Tot slot brengt amateurkunst mensen samen en draagt zo bij tot gemeenschapsvorming.
De amateurkunstensector valt niet in één hokje te vatten. Eigen aan de amateurkunst is het samengaan van een artistieke, een sociale en een educatieve component. Daardoor bevindt amateurkunst zich op de snijlijn met verschillende andere beleidsdomeinen, zoals (deeltijds kunst)onderwijs, kunsten, erfgoed, cultuureducatie, bovenlokaal en lokaal cultuurbeleid, jeugdwerk, welzijn,... en natuurlijk sociaal-cultureel volwassenenwerk. De amateurkunsten maken deel uit van een veelzijdig netwerk.