De amateurkunstensector valt niet in één hokje te vatten. Eigen aan de amateurkunst is het samengaan van een artistieke, een sociale en een educatieve component. Daardoor bevindt amateurkunst zich op de snijlijn met verschillende andere beleidsdomeinen, zoals (deeltijds kunst)onderwijs, kunsten, erfgoed, cultuureducatie, bovenlokaal en lokaal cultuurbeleid, jeugdwerk, welzijn,... en natuurlijk sociaal-cultureel volwassenenwerk. De amateurkunsten maken deel uit van een veelzijdig netwerk.