Sociaal-Cultureel Werk? Nooit van gehoord? Dat kan haast niet. We zien allemaal wel mensen om ons heen die zich samen zetten om geregeld samen iets te doen. Samen tuinieren, samen nadenken over hoe er in de buurt meer aandacht kan zijn voor fietsers, of voor kwetsbare mensen, samen een campagne opzetten, voor of tegen iets. In de vrije tijd en rond alle mogelijke maatschappelijke domeinen. We zijn dus vaker deel van een 'sociaal-culturele praktijk' dan we zelf misschien denken. Centraal in deze praktijken staan ontmoeting, niet-formeel leren (= buiten schoolverband), gemeenschap vormen én maatschappelijk engagement. Soms in de directe omgeving, maar er zijn evenzeer veel groepen actief op Vlaams, Belgisch, Europees en internationaal niveau.
In de vrije tijd dus. En ook altijd vrijwillig, los van een school- of werkcontext. Sociaal-culturele praktijken komen en gaan. Ze ontstaan heel spontaan en overal waar mensen een bewogenheid voelen voor een bepaald thema of een maatschappelijke problematiek. Dan zoeken ze anderen op om er samen iets aan te doen. Solidariteit is tegelijk oorzaak en gevolg.
Wanneer deze sociaal-culturele praktijken een zekere regelmaat gaan vertonen, er sprake is van een 'organisatie' en er zich een (beleids)kader gaat vormen, spreken we van sociaal-cultureel werk.